Het Erfgoedhuis Zuid-Holland publiceert een mooi artikel over mijn kunstwerken ‘Het Schip’ en ‘Het Weeghuisje’ in Sommelsdijk, ‘De Gebroeders Boomsma’ in Middelharnis en de ‘Kruiwagens’ van Michel Snoep in Dirksland. Geschreven door Kees van Rixoort en foto’s van Hans Villerius.
Stel je voor: je ligt op een Spaans strand te zonnebaden. Je richt je een beetje op, ellenbogen in het zand. Massa’s mensen zie je. Ze liggen languit, trappen een balletje, kopen een versnapering of wandelen wat rond. Dan zie je in de verte twee statige heren op leeftijd, netjes aangekleed. Ze bewegen zich voort met schommelende tred. Een beetje ongelijk, maar in hetzelfde ritme. Wat? Is het echt? De gebroeders Boomsma, Han en Rien, hier aan de Spaanse kust? Jazeker, de Boomsma’s kwamen overal. Voor een reisje naar het zonnige zuiden van Europa draaide de twee broers uit Middelharnis hun hand niet om. Kunstenaar Jaap Reedijk weet er alles van, want hij was het die op dat Spaanse strand lag te zonnebaden…
Eén grote geschiedenis
Reedijk kende de Boomsma’s goed. Nadat hij in 1976 vanuit de Hoeksche Waard naar Goeree-Overflakkee was verhuisd, ontmoette hij de tweeling meermalen. Op straat, waar Han en Rien vaak te vinden waren, maar ook bij de gebroeders thuis, waar ze te midden van kasten vol films en foto’s, vertelden over hun avonturen in het buitenland. Elk verhaal kwam uit twee monden, want de Boomsma’s lieten elkaar niet uitspreken. Ze vulden elkaars zinnen aan. En het ging maar door, je kwam niet zo snel meer weg als je bij de gebroeders op visite was.
Het tweetal, geboren in 1901, was een begrip in Middelharnis, op Goeree-Overflakkee en ver daarbuiten. Een begrip, dat na hun dood langzaam maar zeker verdween, zoals dat nu eenmaal gaat met mensen die je lange tijd niet meer gezien hebt. De Boomsma’s – die grote, statige broers met hun schommelende tred, hun ondeugd en hun aanstekelijke verhalen – raakten uit het zicht. Van een Boomsma-straat, -plein of –pad is nooit sprake geweest.
Maar ze zijn terug. Han en Rien Boomsma zijn vereeuwigd bij de haven van Middelharnis, daar waar ze zoveel voetstappen hebben gezet. Het in 2013 onthulde kunstwerk is gemaakt door Jaap Reedijk. Hij vond dat het hoog tijd was voor een artistieke herinnering. Twee grote Boomsma’s, zoals oudere dorpsbewoners ze nog kennen, en daarachter Han en Rien in hun kinderjaren. De grote, allebei met lange jas en baret, zijn vrijwel geheel bedekt met foto’s uit vroeger tijden. Om de verbinding tussen toen en nu te maken. De verbinding tussen de geschiedenis – diepe en ondiepe wortels – en het heden aan de oppervlakte.
Daar, bij dat beeld op het Vingerling, aan het eind van het lange havenkanaal van Middelharnis, klinken de verhalen. Wie zijn dat, die twee heren? Nou, veel oudere eilanders weten wel raad met zo’n vraag. De Boomsma’s, ja, die gingen al op jonge leeftijd naar het buitenland op vakantie. Op de fiets, tentje achterop. Ze legden alles vast wat ze tegenkwamen op hun door nieuwsgierigheid gedreven tochten. En na afloop, thuis in Middelharnis, deelden ze hun ervaringen met iedereen. Voor een cadeaubon en een bos bloemen organiseerden ze een dia-avond. De Boomsma’s, ja, die hadden een drukkerij. Ze drukten Gebroken Dijken, het boek over de ramp die Goeree-Overflakkee op 1 februari 1953 zo hard trof. Nog meer verhalen? Jazeker. De Boomsma’s, die leerden honderden kinderen zwemmen bij het Havenhoofd. En ze gingen naar Indië, met lp’s vol opnamen van eilanders die hun familieleden in de Oost een persoonlijke boodschap wilden laten horen. De Boomsma’s, die… Het houdt niet op.
Volgens Jaap Reedijk is de tweeling één grote geschiedenis. “De verhalen zweven eromheen. Zo houden we de geschiedenis levend.” Zijn kunstwerk is een eerbetoon aan de mannen die al aan eilandmarketing deden voordat het woord was uitgevonden. “Ze gingen op pad om Goeree-Overflakkee te verkopen.”
Alles kwam over water
Wortels, herinneringen aan toen, de geschiedenis van het eiland. Ga vanaf de haven van Middelharnis een eindje naar het westen. Volg het gedempte havenkanaal, aan het eind ligt nog een haven. Die van Sommelsdijk. Het is er stil, de rust is wat je noemt sereen. Hoe het er vroeger rond de haven aan toeging, kun je je nauwelijks voorstellen. Bedrijvigheid alom: laden, lossen, wegen, handelen, aanvoeren, afvoeren… De plek die Sommelsdijk verbond met ‘de overkant’. Rond de schepen met suikerbieten, aardappelen en andere landbouwproducten ontmoette men elkaar en klonken de verhalen. De nieuwtjes van verre en dichterbij. Als je nieuwsgierig was, zoals de Boomsma’s, dan moest je op de kaai zijn.
Toen de afsluiting van het Haringvliet een feit was, was het gebeurd met de dynamiek in de haven. Het water kwam stil te staan, evenals de handel en de nieuwsstroom. Maar er is een herinnering. Twee herinneringen, beter gezegd: een afgemeerde tjalk en het weeghuisje van weleer. Uitgevoerd in cortenstaal. Kunstwerken van Jaap Reedijk, die ze vanuit zijn atelier kan zien.
“De kunstwerken geven een beeld van vroeger. Ze vormen een link naar de bedrijvigheid die hier ooit was en een eerbetoon aan de mensen die er werkten”, zegt hij. “De havens van de dorpen boeien me erg. Daar was het vroeger te doen. Het water speelde een grote rol. Alles kwam over water. Goederen, maar ook nieuwe ervaringen, inwoners. Het nieuwe kwam van ‘de overkant’. Tijdens het plaatsen van de kunstwerken heb ik mensen ontmoet die met tranen in de ogen vertelden over vroeger aan de Kaai. Over hun jeugd, over hun ouders, over het dorpsleven van vroeger in Sommelsdijk en dan met name rond de kaai. Daar heb ik het voor gemaakt. Dat de herinneringen blijven bestaan en dat mijn werk een opstapje mag zijn om deze verhalen door te geven aan een volgende generatie.”
De tjalk en het weeghuisje zijn nog niet af. Ze zijn constant in ontwikkeling. “De natuur maakt het af”, zegt de kunstenaar zelf. Het cortenstaal roest. Het is altijd in beweging, zoals voorheen de haven zelf één en al beweging was. En het ziet er op elk tijdstip van de dag anders uit. ’s Morgens vroeg staat de zon pal op de tjalk. Het schip is dan geel, rood en bruin tegelijk. Het gloeit je tegemoet. Een uurtje later is het beeld heel anders. Elk tijdstip heeft zijn eigen sfeer. Maar altijd is er een zekere melancholie. Dat komt door die roest en de herinnering. Het vergankelijke.
Beweging en stilstand
We gaan nog een eindje naar het westen. Naar het zuidwesten eigenlijk. Door het Flakkeese polderland. Daar, even achter die ongehoord hoge watertoren, ligt het dorp Dirksland. Het oudste dorp van Flakkee, zeshonderd jaar oud. Ook daar is een haven, vanzelfsprekend. Deze kom, al even verstild als die van Sommelsdijk, ligt aan het eind van een havenkanaal van meer dan vijf kilometer lengte. Nu overbodig, maar destijds een ultralange ‘navelstreng’ naar de buitenwereld. Lange tijd ook voor de posterijen. Oudere dorpsbewoners herinneren zich een levende, drukke haven, vooral in de oogsttijd, als de suikerbieten per schip naar de suikerfabrieken aan ‘de overkant’ werden vervoerd. De bietenkaden – ‘peekaaien’, zeggen ze in Dirksland – zijn er nog. Daar stortten de boeren hun suikerbieten. Na het monsteren, om de kwaliteit te bepalen, begon het zware werk: het laden van de schepen met behulp van houten kruiwagens.
Nu staan er kruiwagens van cortenstaal. Drie grote kruiwagens, elk in een andere positie. Het kunstwerk is gemaakt door Michel Snoep. De gestileerde kruiwagens vormen een herinnering aan het zware werk dat de kaaigasten moesten verrichten. Het kunstwerk verbeeldt ook de dynamiek van toen. De dynamiek van de landbouwhaven en van de aan- en afvoer, van het nieuws ook. De suikerbieten, de wortels.
Het kunstwerk, dat in 2013 is geplaatst en al flink wat roest vertoont, past in het oeuvre van Michel Snoep, die vaak gebruikmaakt van het thema ‘stilstand en beweging’. “Ik ben een romanticus. Mijn werk is romantisch. Het symboliseert de vlucht uit de werkelijkheid, de eeuwige twijfel over waar naartoe gaan, over weggaan of blijven, weg kunnen of moeten.” Vaststaat dat de houten kruiwagens geen werkelijkheid meer zijn. De beweging is tot stilstand gekomen. Dat was al zo toen de locatie waar de kruiwagens staan – de bietenstort – rond 1960 in gebruik werd genomen. De bieten konden nu direct vanuit een kiepwagen in het schip worden gestort. Kruiwagens waren niet meer nodig. Een paar jaar later, toen Goeree-Overflakkee vaste oeververbindingen kreeg, was de bietenstort ook niet meer nodig. De schepen en de haven evenmin. De suikerbieten gingen vanaf dat moment per vrachtauto naar de fabriek. Maar de kruiwagens blijven staan. Want roest vergaat niet.
Met andere ogen
Er komen nog meer kunstwerken op het eiland. Kunstwerken die passen binnen de Erfgoedlijn Goeree-Overflakkee, waarin de havens en havenkanalen van het eiland een prominente rol spelen, zeker de beleving daarvan. Wat kunnen we nog verwachten: een ‘belevingslocatie’ op het havenhoofd van Middelharnis. Niet ver van de gerenoveerde veersteiger komt een reconstructie van het RTM-verleden: het perron, twee railvakken en het kaartenhuisje. Jaap Reedijk heeft een kunstwerk ontworpen, dat bagage op het perron verbeeldt.
Ook komen er ‘zit-beleefobjecten’ op vier locaties rondom het Haringvliet: het Expostrand bij Stellendam, het havenkanaal van Middelharnis, het weegpunt bij de haven van Den Bommel en het Strand Hellegat. Het zijn kunstobjecten die een historisch verhaal vertellen. Zoals de kunstwerken die er al staan: de Boomsma’s, de tjalk en het weeghuisje in Sommelsdijk en de drie kruiwagens in Dirksland. Ze vertellen het verhaal van toen. Ze nodigen uit om met andere ogen naar de omgeving te kijken. Ze maken nieuwsgierig. Ze geven wat te ontdekken en te beleven. De historische wortels.