“I was so much older then, I’m younger than that now”.
Op die zondagavond was ik bij Roger McGuinn, de legendarische voorman van The Byrds. Al bij het tweede nummer zat ik met tranen in m’n ogen en kippenvel te luisteren. Het overkomt me niet zo vaak en als het gebeurt dan komt het uit een onverwachte hoek. Eén grote brok jeugdsentiment spoelde er over me heen en gezien de reacties om me heen was ik niet de enige. De gemiddelde leeftijd was hoog en de mannelijke bezoekers waren ver in de meerderheid. Het was aandoenlijk om de verhalen te horen van vaders aan hun zonen en de herinneringen van vrienden aan de muzikale hippiejaren.
Ik deed er niet voor onder. Het is de herkenbaarheid, de herinneringen aan dat 14 jarige jochie die met de geleende camera van zijn moeder het Kralingse popfestival in Rotterdam fotografeerde. Ik mocht mee met een bevriende popfotograaf (meegesmokkeld) en was plotseling backstage. en het jochie kwam zo op plaatsen waar hij niet mocht zijn, dingen zag die hij toen nog niet kende en vooral zich even groot waande tussen de muzikanten van The Byrds, Santana, PinkFloyd, Jefferson Airplane en Soft Machine. Het jochie dat op een kar werd gehesen en met Dr. John the Nightripper. Die in zijn MULO Engels sprak terwijl hij de gitaar van Al Steward vast moest houden toen hij naar het toilet moest. Dat jochie bewaarde de sigaretten voor Mungo Jerry en heeft nog jaren met een hoed van Country Joe McDonald gelopen.
Nou, dat jochie stond zondagavond oog in oog met Roger McGuinn. Zijn favourite band was er weer even helemaal in de persoon van McGuinn. Even zat hij op die hoge wolk “eight miles high”. Man. man wat vond ik het mooi. Zulke kado’s zijn goud waard. Dank aan m’n lief en De Staat van Stasse
Kijk HIER voor een YOUTUBE compilatie van het Kralingse Popfestival 1970