Het moment dat ik ergens in de struiken een restant van een oude auto tegen kom zorgt er altijd voor dat mijn voelsprieten in de opperste staat van alertheid zijn. Je weet maar nooit wat je aantreft. En dan? Daar denk je op dat moment even niet over na. Ook niet belangrijk. Het was een blauwe reflectie die de zon vanuit het struikgewas liet zien. Peugeot? Dan wordt het gevaarlijk want dan kijk ik in m’n spiegels en schat in of ik direct op de rem kan staan of even verder rijden en
dan draaien. Vooral niet pal ervoor gaan staan met de auto maar het liefst een straat verder of in dit geval een pad verder.
Gewoon even stoppen naast dat schuin getrokken huis dat nooit bewoond kan zijn en misschien wel ergens een luik heeft dat waar net dat ene haakje ontbreekt zodat we naar binnen kunnen. Iets weerhield me ervan. De moestuin was te netjes. Te goed bijgehouden met een gieter in de buurt. De wildernis rond het huis was een verzameling van tientallen jaren waar een biologiestudent bij zou gaan kwijlen. De ramen van het huis waren gedeeltelijk geblindeerd, een zijstuk hing los en er was het een en ander dichtgetimmerd. Boven stond er een luik open. Duiventil? Maar die moestuin…….
Op de terugweg maar eens beter kijken want zoiets laat je niet onbeheerd achter. Een paar uur later stond de auto schuin aan de overkant geparkeerd zodat wij als Nederlandse toeristen alle mogelijke excuses hadden om met een camera rond te struinen. We stonden immers onder een mooie oude watertoren die erg fotogeniek was. Dus wat doe je? Uitgebreid de toren fotograferen en schuin kijken of er volk beweegt rond het huis en de blauwe auto in de struiken.
Geen kip.
De stoute schoenen waren aan en de durf iets overmoediger dan eerder die middag. Terwijl ik een mooie hoek uitzocht bij het struikgewas kwam ze aangeschuifeld. Krom, de handen op de rug en ieder kuiltje en polletje werd bekeken. Waarschijnlijk zou ze nooit meer uit deze stand komen. Dit moment was van een dusdanige schoonheid dat ik er geen moment over dacht om zelf de struiken in te schieten of tenminste te bukken. Toen ze stil bleef staan en mijn kant uit keek mompelde ze iets waar ik geen taal bij kon verzinnen. Het mompelen werd lange zinnen en voordat ik het wist stond ik tegen haar in half Frans, half Engels uit te leggen dat het huis zo mooi was en welk merk auto er stond en hoe goed de moestuin was aangelegd. Haar gemompel was allang gestopt en de stilte die vragend mijn kant opkwam duurde wel erg lang. Toen kwam er een soort Oui en iets met foto en een paar termen waaruit ik concludeerde dat het nu toch tijd was om maar verder te gaan.
Ze had de moestuin met zorg aangelegd, de auto bewaard als kippenhok en het huis in de originele staat gehouden. Een groot cultuurhistorisch besef was daar aanwezig al zouden de woorden armoede en soberheid beter geklonken hebben. Ooit was dit een boerenspul geweest met een oogst getuige de dorsmachine die overwoekerd onder een afdak op meer roestige schoonheid staat te wachten.
Zo leeft zij dus. In een huis dat aan elkaar gespijkerd is, zeer goed ventileert en naar alle waarschijnlijkheid nog gewoon een open haard in de huiskamer heeft die het hele pand van warmte moet voorzien. Aan haar kleding te zien lukt verstellen ook niet meer en een bezoek aan een winkel zal heel lang geleden zijn. Brood kun je zelf bakken en groente heb je in de moestuin. Een douche of bad? Mijn plan was om nog een mooi close-up portret te maken maar de laatste krachttermen weerhielden me ervan. Als ik m’n foto’s inzoom zie ik dat een douche of bad ook niet aanwezig is in het huis. Hoe die nek ooit weer blank zou moeten worden?
Je rijdt langs een oud gek huis met een blauwe gloed in de struiken en je staat plotseling in een wonderlijke Franse wereld waar ik graag meer van zou willen zien. Laat ik het respecteren en zo laten. Mijn verhaal zal niet completer worden en als ik even verder had kunnen kijken zou er nog veel verbazing in deze zinnen staan. Ze is jonger dan ik. Tevreden met haar “spulletje” en als ze ’s avonds klaar gemopperd is op die rare kale fotograaf dopt ze gewoon weer haar eigen boontjes. Uit haar moestuin.