Maarten van Roozendaal kreeg vanavond uit handen van Angelique Finkers de ‘Dirk Witte Prijs’.
ZAANDAM – ,,Leuk dat ik hem krijg’’, zegt Maarten van Roozendaal. ,,Goed ook dat deze Dirk Witte Prijs tegen de tijdgeest in nu wordt gepresenteerd als landelijke oeuvre-prijs voor het kleinkunstlied.’’ Maandag neemt hij als eerste winnaar de prijs in het Zaantheater in ontvangst.
,,Het is belangrijk dat er zo’n prijs is. Voor het cabaret heb je de Poelifinario, maar iemand als Jeroen Zijlstra kan die nooit winnen omdat hij alleen liedjes maakt en zingt. Jeroen maakt geen cabaret, hij zingt zijn eigen liedjes.’’
De prijs is een initiatief van Co Rol, biograaf van de in 1932 overleden Dirk Witte, een houthandelaar uit de Zaanstreek en schepper van een klein maar kwalitatief hoogstaand en vaak tijdloos oeuvre. Daartoe horen Liedjes als ’M’n eerste’, ’De Peren’, ’t Portretje’, ’Het Wijnglas’, ’Het land van Noordscharwou’ en het Schubertiaanse ’Nocturne’. IJkpunt
Groot afnemer was de vader van het eerste echte Nederlandse cabaretgezelschap: Jean Louis Pisuisse. Hij maakte ’Mensch, durf te leven’ tot een klassieker. Een lied dat mensen oproept vooral zichzelf te zijn: Hou een hart vol van warmte en liefde in de borst, maar blijf op je vierkante meter een vorst’.
,,Dit is het ijkpunt voor het Nederlandse lied. Iedereen kent het en het keert ook steeds weer terug. Ramses Shaffy zong het en nu ook Wende Snijders. Zelf zal ik het pas zingen als ik zeker weet dat mijn interpretatie iets toevoegt. Daarom zing ik ook nooit iets van Jacques Brel. Met Paul de Munnik speel ik nu het programma ’Heimwee naar de hemel’, liedjes van dode schrijvers. Voor ons is dat heel leerzaam, want je leert dan hoe je een tekst van een ander tot iets van jezelf kunt maken.’’
Het theaterlied, zoals Van Roozendaal dat noemt is na de oorlog een heel eigen leven gaan leiden. ,,Zo’n lied moet ergens over gaan en de muziek moet de tekst ondersteunen. Anders dan het amusementslied. Voor de oorlog zijn die stijlen nogal door elkaar gaan lopen, zoals bij Louis Davids. Na de oorlog had je bijvoorbeeld Jules de Corte en later kreeg je Cornelis Vreeswijk, Bram Vermeulen, Ramses Shaffy en Robert Long die echt liedjes voor het theater schreven. Het genre was later even weg, maar het is terug. Dankzij Acda en De Munnik, Jeroen Zijlstra en nu Ricky Koole. Je ziet: het lied leeft, al sneeuwt het wel eens even onder. Het is toch onvoorstelbaar dat Paul en ik nu optreden voor bomvolle zalen en dat daar dan het dak er af gaat. Zeker als je weet dat wij op de radio niet aan bod komen en op de televisie al helemaal niet omdat zo’n lied te lang duurt. Het probleem met deze tijd is dat het publiek snel een kick wil halen. Dat lukt nooit en dan blijft die bevrediging in de lucht hangen. Dat kweekt ontevreden mensen.’’
,,Bij de uitvoering van een theaterlied gaat het ook om de interpretatie. Daarom zijn acteurs zulke geweldige zangers. Pierre Bokma: fantastisch. Het gaat bij zo’n lied niet om jou, maar om die tekst. Anders dan bij Jan Smit en Guus Meeuwis. Zodra die het toneel op komen worden zíj het feestje. Wat ze zingen doet er niet veel toe. Guus vertelde me dat hij in het theater merkte hoe moeilijk het was om een tekst de zaal in te krijgen, hoe elk detail belangrijk is en dat je zelf niet te ijdel moet zijn. Dat is nu zo prettig van de samenwerking met Paul de Munnik. We zijn gelijkwaardig, praten vrijuit en beseffen dat we nooit klaar zijn. Daarom zal zelfs onze laatste voorstelling niet goed genoeg zijn. Elk keer ontstaat hij opnieuw.’’
,,Het prettige van een goede tekst is ook dat je daar altijd op kunt vertrouwen. Zelfs als je eens niet fit bent, draagt die tekst toch de voorstelling.’’
,,Ik geloof niet dat een tekst hoe dan ook commentaar moet geven op de tijd. Het mag zeker geen protestsong worden. Daarmee maak je in wezen alleen jezelf belangrijk. Niettemin leven we nu wel in een rotland, in die zin dat de regering de cultuur behandelt als onbelangrijk. Zouden ze in Den Haag bang voor ons zijn?’’ Elitair
,,Als ik ze hoor praten vraag ik me af: ’Waarom zijn jullie zo boos’. Wij hebben niet de behoefte om kunst elitair te maken. Kunst is van ons allemaal. Dus waarom is dan de BTW op theaterkaartjes verhoogd? De producenten kunnen het nu nog even volhouden, maar de winstmarge wordt kleiner en dat kan niet zo blijven. Wie nog in aanmerking wil komen voor subsidie moet zo langzamerhand iemand in dienst nemen die weet hoe je die aanvraagt. Want zo ingewikkeld is dat nu. Het is zo goed dat ze in Zaandam, tegen de tijdgeest in, van de plaatselijke Dirk Witte Prijs een landelijke onderscheiding hebben gemaakt. Want daarmee kun je toch weer aandacht genereren voor ons werk. Daarom is dit een prijs met ballen.’’
,,Het is heel eervol zo’n prijs te krijgen die is toegekend door een jury die bestaat uit cabaretier Fred Florusse, impresario Angelique Finkers en tekstschrijver Ivo de Wijs. Het is leuk dat Ivo in de jury is gaan zitten. Hij had dat ook niet kunnen doen in de hoop dat híj dan die prijs zou kunnen krijgen. Dat zou niet onverdiend zijn.’’
Hij wilde de jeugd een kans geven?’
,,Wie weet. Ik word 50 en dankzij die prijs hoor ik er eindelijk bij.’’
Bron: Noord Hollands Dagblad
Meer foto’s van Maarten van Roozendaal staan HIER
Info: www.zaantheater.nl