De jeugdsocieteit heette ‘Locomotion”.
Genoemd naar een hit van Little Eve maar ook naar een Volendamse band uit de jaren 70. Door mijn contacten in de muziekwereld mocht ik zo af en toe de kas benutten om er leuke activiteiten van te organiseren. Sjef van oekel boekte grote successen op tv en was elke week wel spraakmakend bezig. Dus het voorstel om een avond met Van Oekel te organiseren werd erg enthousiast ontvangen en met dat kleine beetje vriendjespolitiek kon ik Van Oekel voor een mooie prijs naar Klaaswaal lokken.
Nu was het zo dat hij erg inspeelde op de plaatselijke actualiteiten. Weken van te voren had ik al contact met Ellen die alles regelde rond Van Oekel. Ik moest dus de laatste nieuwtjes uit het dorp maar ook de roddels uit de societeit (pubers onder elkaar) doorspelen naar de tekstschrijver. Niemand wist wat er zou komen behalve ik. Erg leuk. Binnenpret.
Heel Nederland genoot van zijn programma’s als “Waldolala” (pardon reeds….) behalve mijn moeder. Wat had zij een ongelofelijke grote hekel aan die man. Mijn moeder was er geen van scheldpartijen of kwaadsprekerij maar ze kon je ondubbelzinnig uitleggen waarom die man niet deugde. Vieze vent met z’n vette haar.
Het feit dat haar zoon nu uitgerekend die man naar Klaaswaal wilde halen voor een gezellige avond was onbegrijpelijk.
Volgens mij was de hele familie op de hoogte van de misstap van haar jongste zoon.
Ik kwam zaterdag ‘s middags terug van de voetbal. S.S.S. had uitgespeeld en ik was er met m’n vader naar toe gereden.
Gewonnen dus enthousiaste verhalen bij binnenkomst. “Vanmiddag had ik toch zoiets leuks” zei m’n moeder. “Belde er een man voor jou. Een hele aardige man.
Ik denk wel dat ik een half uur met hem aan de telefoon gehangen heb. Hij wist waar de Jacob Catsstraat in Den Haag was en hij kende daar zelfs de winkel van Ome Jan.
Hij vertelde dat hij ook bij de operette gezongen had naast zijn vak als kapper.” (mijn ouders zongen ook in een koor)
Ik vermoedde wie de beller was en ging nog eens uitgebreid verder vragen. M’n moeder vertelde zo enthousiast over die bijzonder aardige en vooral beleefde heer aan de telefoon dat mijn vader zelfs even zijn lange wenkbrauwen fronste.
“Heette die man soms Brouwers ?” vroeg ik voorzichtig.
“Dolf Brouwers?”
Ja, dat is ‘m kraaide m’n moeder. Z’n voornaam zei ie niet maar het was Brouwers. ” Ma, je hebt een half uur met Sjef van Oekel zitten kletsen…..”Mijn moeder kon best wel eens stil zijn maar zo stil als toen….